Lezingen: Gen. 12,1-4a; 2 Tim. 1,8b-10; Matt. 17,1-9
“Trek weg!” Dat kreeg Abram te horen. “Trek weg uit uw land, weg van uw stam, weg van uw familie.” Dat werd een grote verandering in het leven van Abram. Wegtrekken uit het bekende land naar een onbekend, vreemd land. Wegtrekken uit het bestaande, het bekende naar het onbekende, naar het vreemde. Het is wel een kans voor hem om een nieuw bestaan te beginnen, om een nieuwe toekomst te plannen.
God heeft hem ook een nieuwe naam gegeven. In Genesis 17 vers 5 staat: “U zult niet langer Abram heten; uw naam zal Abraham zijn.” Een nieuwe naam; wat is het verschil? Heeft dat met dat wegtrekken te maken?
“Trek weg!”
Wegtrekken uit het bekende, het vertrouwde, en binnentrekken in een nieuw bestaan. Naar het onbekende. Vaak met een nieuwe naam. Wegtrekken… dat doen velen. Verkering, samenwonen, huwelijk, klooster. Wegtrekken hoort bij het leven. Zelfstandig gaan wonen. Trouwen – en dan vaak ook een nieuwe achternaam aannemen.
Voor mijzelf was het: Intreden in een klooster, in de Abdij van Berne. Daarna van Heeswijk naar Rome voor vijf jaar studie. En toen naar De Essenburgh. Niet naar India zoals eerst de bedoeling was. Ik kreeg geen visum! De Essenburgh: een nieuw begin; een nieuwe situatie, een nieuwe omgeving. Velen zetten dergelijke stappen, soms meer dan één keer. Er is op dit punt niets veranderd.
Wat doet dat verhuizen met een mens? Verhuizen naar een andere omgeving, van huis veranderen. Is het dezelfde mens die verhuist? Blijft het dezelfde mens? Een mens met dezelfde levensbeginselen? Trekt diezelfde mens weg naar een nieuwe plek? Verhuizen is wel een kans, een mogelijkheid tot een nieuw begin. Van een oud huis naar een nieuw huis gaan. Van een oudere gemeenschap naar een nieuwe, kleinere gemeenschap. Dat doet ook altijd iets. Het kan een verandering betekenen in je zelf. Tot hoever gaat dit? Tot en met je levensbeginselen?
Bij verhuizen toch dezelfde mens blijven… daar gaat het om.
En in je eigen, vaste levensbeginselen blijven geloven, ook in je nieuwe huis. In wezen dezelfde mens blijven, ondanks het verhuizen. Met dezelfde grondbeginselen die misschien anders beleefd worden. In een andere context. In Brabant blijven wonen, in Heeswijk of in Hierden op de Veluwe. Dat maakt toch een groot verschil, in sfeer, in beleving.
Ik heb daar dezer dagen over nagedacht. Als je van grondbeginselen verandert, bij dat wegtrekken, bij dat verhuizen, dan is het een andere mens, die verhuist; een nieuwe mens die in dat nieuwe huis komt wonen. Verhuizing is altijd wel een kans tot een ommekeer. Het oude, versletene loslaten; niet alleen uiterlijk, maar ook innerlijk. Verhuizen betekent dan ook van mens-zijn veranderen.
In het evangelie worden de drie leerlingen op een hoge berg uit hun gewone, normale situatie gehaald. Ongevraagd. Onverwacht. Plotseling. Ze werden in een fijne nieuwe toestand getrokken. Ze raakten er plotseling in verzeild. Zonder de opdracht: “Trek weg…!”
Petrus verwoordt dat eigenlijk ook: “Het is goed dat we hier zijn. Laten we hier blijven.”
Dus wegtrekken uit het oude en in het nieuwe blijven. Maar dat kon nog niet. Het was helemaal niet de bedoeling, om weg te trekken in dat nieuwe.
Soms moet je wegtrekken uit de oude stellingen die je hebt ingenomen. Om nieuw licht te kunnen zien. Je standpunt, dus je punt van staan, is beperkt. Standpunten zijn punten van staan. Vaste punten. In een bepaald gebied. Dat woord ”standpunt” zegt mij: een vast iets. Een stilstand. Houvast. Zonder beweging. Er is ook geen beweging in te krijgen.
Daar zat Abram ook in: land, stam, familie. Dat houdt hem klein, dat maakt hem kortzichtig.
Trek weg… uit je oude oordelen. Uit je veroordelingen.
Een nieuw punt van staan. Een nieuw standpunt betekent vaak een nieuw zien. Nieuw bestaan. Nieuw zien, nieuwe verlichting. Nieuw licht.
De leerlingen zien op een hoge berg iets wat ze nog nooit gezien hadden. Jezus anders… als Gods Zoon. Hij werd voor de ogen van de leerlingen van gedaante veranderd. Even mochten ze zien. Toen moesten ze er over zwijgen; tot na de verrijzenis, tot na Pasen.
Trek weg. Wordt het ook tot ons gezegd? Moeten wij ook wegtrekken? Uit onze verouderde standpunten? Dat moeten we steeds bij onszelf overwegen: Waar moet ik en kan ik veranderen? Om – en dan blijf ik even bij mezelf – als negentig jarige in de gemeenschap te blijven functioneren. Om geen lastpost, maar een meelevend en meewerkend lid te blijven.
Theo van de Vossenberg