In een bepaalde positie of bij een bepaalde functie hoort vaak dat je ook macht hebt. Een fabrieksdirecteur heeft de macht om mensen aan te nemen en te ontslaan; een leerkracht heeft de macht om een leerling te laten slagen of zakken; een wereldleider heeft de macht een gevangenis te sluiten; een geestelijk leider heeft de macht bepaalde ideeën door te voeren.
Bij macht is er meestal sprake van eenrichtingsverkeer; er is geen communicatie. Macht kan aangewend worden om beslissingen te nemen, verantwoordelijkheid op te pakken die bij je functie horen. Maar macht kan ook misbruikt worden, wanneer in een ongelijke relatie de ene persoon de ander uitbuit of overschaduwt.
Een medewerker van de omroep die een angstcultuur laat voortbestaan. Een voetbaltrainer die zijn macht misbruikt om kinderen te intimideren; een psycholoog die zijn cliënt misbruikt op seksueel gebied; een wereldleider die zijn macht gebruikt om oorlog te voeren; een geestelijk leider die zijn macht misbruikt om beslissingen terug te draaien en mensen in ere te herstellen.
Heel anders is dat met mensen met gezag. Gezag is iets dat je krijgt van anderen. Gezag krijg je als je iets te zeggen hebt. Heel diep vanbinnen, vanuit je hart en vanuit je ziel, sta je ergens voor en dat verkondig je. Je weet jouw hoop en geloof over te brengen op anderen. Je weet mensen te inspireren en te motiveren. Mensen met gezag kunnen leiders zijn die anderen boven zichzelf laten uitstijgen.
Voorzitters die naar anderen luisteren; presidenten die miljoenen op de been krijgen; pausen die jongeren weet aan te spreken. Het zijn mensen die de gevoelens van anderen weten om te zetten in woorden en daden. En daardoor gezag krijgen en uitstralen.
Jezus heeft beide: gezag en macht. Hij trad als leraar op en mensen waren buiten zichzelf. Hij onderrichtte met gezag. Heel anders dan de schriftgeleerden die met machtsvertoon de wetten onderhouden. Jezus heeft de mensen iets te zeggen, hij heeft gezag, en vertelt hen hoe de wet en de profeet beleefd en geleefd kunnen worden.
Maar hij heeft ook macht; macht over de onreine geesten. Hij treedt met macht op tegen waanideeën, tegen verderfelijke gedachten, tegen mensen die hem niet erkennen. Dan gebruikt hij zijn macht ten goede, om de mens de naast hem staat te genezen. Hij gebruikt zijn macht op positieve manier, herstellend en heel makend.
Juist die combinatie van macht en gezag, zorgde ervoor dat zijn faam zich verspreidde naar alle kanten. Het is een nieuwe leer met gezag. Jezus heeft iets te zeggen, van binnenuit luistert hij naar zijn God en brengt in praktijk wat in de boeken al staat beschreven. In de bergrede, in zijn parabels, in zijn toespraken, spreekt hij met gezag. De mensen luisteren naar hem en geloven hem. In de genezingen spreekt hij met macht over de mensen: vaak op bevelende toon: sta op!, hoor!, zie!, volg mij!
Ook nu nog spreekt Jezus met gezag en macht, hoewel wij liever niet spreken over macht. Maar het gezag van Jezus kunnen wij wel ervaren. Wanneer wij tenminste Jezus dat gezag geven, want uit zichzelf kan hij geen gezag opeisen. Wij moeten hem het vertrouwen geven, ons geloof geven, dat ook wij verlangen naar die betere wereld, naar dat koninkrijk van God.
Jezus heeft in die paar jaar van zijn leven, maar ook in de eeuwen daarna, laten zien hoe een betere wereld er uit kan zien, hoe we daaraan kunnen meebouwen. We moeten er echter wel in geloven, geloven dat het anders kan. Niet terug naar af, toen, naar men zegt alles beter en mooier was. Nee, vooruit, tegen de stroom van individualisme in, op zoek naar een gemeenschap van liefde. Dat heeft Jezus ons te zeggen, daarom heeft hij gezag.
Aan ons de vraag of wij het gezag van Jezus erkennen, of luisteren we alleen naar wat wij zelf te zeggen hebben?