U bent van harte welkom! Het schijnt echt zomer te gaan worden, een dag voor de zomerzonnewende en voor het Feest van St. Jan! Het is vakantietijd en we gunnen hen die erop uit trokken wat zonnewarmte.
U kreeg het zondagsboekje aangereikt en heeft de mooie en sprekende afbeelding gezien. Hoewel het geen pleziertochtje is, ziet u wat er gaande is. En ook waar het vandaag over zal gaan, een overbekend verhaal. De grote angstige ogen vallen op en een roeispaan die geen enkele zin heeft op de woeste golven. Op de boot ligt iemand rustig te slapen. Die geen weet heeft. Of geen angst heeft.
Het Evangelie gaat over de storm op het Meer, het Meer van Galilea, dat verraderlijk gevaarlijk kan worden door sterke onderstromen. Ook het IJsselmeer is daar om beducht.
De eerste lezing komt uit het boek Job… Job is getroffen door een immens verlies. Van bezittingen, maar bovenal verloor hij zijn prachtige dochters. Zijn toekomst, al wat hem dierbaar was. Waarom? Waarom? Een vraag van alle tijden…
We horen hoe de Eeuwige vanuit de storm (van het leven) Job aanspreekt. En we lezen iets meer verzen dan in uw boekje staat aangegeven.

‘Oversteken’ staat er op uw boekje. Dat vraagt durf, en loslaten van wat kan beangstigen. Laten we vieren, in onze. deze ongewisse tijd. Een uur van rust. Een uur van samen, deze mooie zondag.

Overweging
Angst. Angst vóór; angst óm… Angst kan een gezonde afweer zijn van het lichaam. Op scherp staan. Maar kan ook bedreigend zijn.
Mgr. Tiny Muskens, voormalig en overleden bisschop van Breda, heeft destijds met de theoloog Arjan Broers zijn levensverhaal opgetekend. Hij was een wereldreiziger en wereldburger, die als priester op vele plekken parochies heeft geleid. Van Indonesië tot Rome. Ons kleine kerkelijke Nederland, waar hij zich als Bisschop erg heeft ingezet, pastoraal en ook kritisch, steekt daar wat schril bij af. Hij heeft veel gezien en meegemaakt. Veel mensen die het niet goed hadden, in moeilijke omstandigheden leefden en desondanks dapper en fier en met vertrouwen en geloof in het leven stonden. Die het leven echt vierden. In Indonesië, waar hij jaren werkte, schreef hij zijn dissertatie. De taal had hij zichzelf eigen gemaakt. Vieren dichtbij en onder de mensen! Open voor dialoog.
Het boek heeft als titel: “Wees niet bang” En hij schrijft, het is kennelijk onderzocht, dat deze woorden, “wees niet bang” 365 maal in de bijbel voorkomen als een aanmoediging. Die we ook heden ten dage nodig hebben.
Je kunt bang zijn om fouten te maken, verkeerde keuzes; de toekomst van je kinderen, hen loslaten, voor het eerst een eind op de fiets naar de middelbare school; bang voor mensen die in je intimiteit treden. De bisschop schrijft dat we aangemoedigd zouden moeten worden om ook in de kerk door de angst héén te gaan. De angst voor: wat blijft er “nog”. Niet terug zien wat wás, maar wat wij kunnen doen nú, hoe wij kerk –samen kunnen zijn, ook als kleiner wordende gemeenschappen. Welke initiatieven we durven nemen. Misschien is het wereldwijde Synodale proces, kerk vanaf de basis, daar een goed voorbeeld van. Maar wat vandaag gebeurt, op dat bootje, is een reële doodsangst. En ik denk aan, vooral, het front in Oekraïne, waar het gaat lijken op vechten tegen de bierkaai; en onze Oekraïense buren hier, hun angst voor man of familie, hun ver van huis en machteloos zijn. Er is angst die wij allemaal kennen en herkennen en misschien niet zo durven benoemen. dan gebruiken we het woord stress. Je wilt een ander niet lastig vallen. “Het valt wel mee”, of: “het gaat wel”.  Angst is een signaal om serieus te nemen. Niet weg te poetsen!  Het vraagt de bereidheid om te luisteren en mogelijk te verlichten!! Wat maakt dat we op wat voor manier dan ook, moed putten uit de woorden : wees niet bang. Hoe werkt dat voor de leerlingen? Jezus vraagt: waarom hebben jullie niet een beetje MOED. Is de angst van de leerlingen dan een gebrek aan vertrouwen in hun Heer? Kennen ze hem nog steeds niet echt? En wij?

Ik las ergens, hoe anders de houding was van de vrouwen onder het kruis, van de drie Maria’s. Ze hadden in doodsangst daar kunnen staan. Maar ze bleven staan, ze liepen niet weg en bleven ten einde toe. Wat deed het hen ínnerlijk dat ze dat aankonden? Is dat vertrouwen? is dat Liefde die alles kan verdragen? Die kracht en moed geeft? En in het volgende hoofdstuk van Marcus, maar dat komt volgende week stapt een vrouw, en moeder, over haar angst héén, ze steekt óver, naar Jezus. Een liefde en wat wel genoemd wordt  “vermetel vertrouwen” kunnen sterker zijn dan de dood. Oversteken, om bij het woord op uw boekje te blijven, is zeggen: Kome wat komt, aan U is de toekomst: “Het is”….

Wij kunnen niets vasthouden, ons leven niet, onze toekomst niet, we kunnen niets meenemen. Wat we kunnen is ons bidden om vertrouwen, als gelovige mensen. Jezus zegt het na zijn verrijzenis zelf: Ik ben met jullie, al de dagen van jullie leven! Ik- Ben, dat is de Godsnaam. Hier en nu. Dicht bij ieder van ons.
Dat ervaren ook Jezus’ leerlingen. Als we goed lezen, zien we dat Herder en goede pastor Jezus éérst de golven stilt; en hun doodsangst. En dán  pas hen probeert duidelijk te maken, dat ze vertrouwen mogen hebben. En hoe het staat met hun geloof. dat ze al zo lang samen optrekken en Hem nog niet kennen.

Voorin de Bijbel waaruit ik Job voorlas, zit een kaart. Een afbeelding van een icoon waarop Jezus, de Opgestane, Adam bij de hand neemt, úit het dodenrijk. Met daaronder twee verzen uit Psalm 73, die mij heel dierbaar zijn en een houvast in angst en wanneer het ons, mij, minder goed gaat. Ik lees ze voor:

“Want eigenlijk ben ik altijd bij U
U houdt mijn hand stevig vast.
U leidt mij, volgens uw plan.
Uiteindelijk neemt U mij op
in Uw glorie.

Mag dat ons geloof zijn!