Inleiding
Goede morgen en heel hartelijk en gastvrij welkom in dit huis, deze kapel. Om samen te zijn, te zingen, te bidden, stil te zijn en het brood te delen. Bij de bloemen en de lezenaar staat een stevig boekwerk van onze kerkvader Augustinus: Brood om van te leven. Het handelt over het Johannes Evangelie en een grote plaats is ingeruimd voor het 6e hoofdstuk, de Broodrede van Jezus.
Als Brongemeenschap hebben we een deel van dit boek gelezen, inmiddels een aantal jaren geleden. En hoewel Augustinus veel woorden gebruikt en tot inprenting ook herhaalt, zijn zijn teksten zeer pittig. En kwam het boek niet uit. Vandaag worden de woorden voorgelezen van de vierde van de 5 broodzondagen uit het genoemde Johannes Evangelie. Brood om van te leven, Het Brood, Gods Woord, dat eeuwigheidswaarde heeft. Zijn gave aan ons. Mogen wij samen vieren in vreugde
Overweging
Zoeken, verbinding ervaren en een thuis vinden,
Die woorden staan vandaag boven deze viering. Ze kwamen spontaan op bij het lezen van de teksten voor vandaag en een ervaring die ik de afgelopen week opdeed in een korte vakantie. Klaas en Mieke zijn er met medebroeders- en zusters al eerder geweest, maar afgelopen week bezocht ik met familie de OLV of Grote kerk te Breda. Prachtige gotiek en lang de laatste rustplaats van het geslacht van Nassau. Dat was ook het doel van het bezoek. We werden gastvrij ontvangen door vrijwilligers met gedegen kennis en niets was hen teveel. Maar mijn aandacht werd vooral en bijna direct getrokken door een gedenkwand op een stil plekje achter in de kerk. Die leeg is en waar geen reguliere vieringen meer zijn.
Zoeken en verbinding ervaren: Een zachtgeel stenen monument, halfrond als een omarming, en met een aantal verhogingen. Die vol stonden met foto’s en brandende kaarsjes, waar duidelijk dierbaren werden herdacht. Onderaan het monument een gedicht. Een gedenkplek in een grote en lege kerk, die dagelijks open is en waar de deur gastvrij openstaat, laagdrempelig De zee van kaarsjes, de foto’s velen van heel jonge mensen, een intentieboek en het gedicht, ze troffen mij. Hier wordt verdriet gevoeld, misschien ook troost, heling, en wellicht verbinding. Even samen zijn met hen die niet meer bij ons zijn en toch dichtbij; een moment tussen aarde en hemel.
Ik las onlangs over een jonge predikant in Amsterdam, die daar een rouwen -en vieren- gedenkplek heeft bereid. In een een glazen kas. dat lijkt niet intiem. Maar juist het transparante bleek uitnodigend.
Mensen op zoek. Naar een plek. Een richting? Een plek in jezelf, bij jezelf? Hoe dan ook: het welkom is heel gastvrij en betekent dat elke mens telt. Er is iemand die je ziet en weet hoe het er met jou voorstaat.
Verbinding:
In de vroege kerk, bij de kerkvaders en al eerder, kregen zoeken de gelovigen, geloofsleerlingen, de tijd om toe te groeien naar opname in de kerk. Niet zozeer door een heel traject van cognitief leren, dat waarschijnlijk ook wel, maar vooral in het wekken en doen groeien van het verlangen. Een mystagogisch principe, gevoelig worden voor het symbolisch bewustzijn, en gaandeweg mogen ervaren- onder goede begeleiding- dat wat zij behoren te weten al in hen ligt. Geloofsleerlingen leerden het Onze Vader, de geloofsbelijdenis… maar voor eucharistie en heilig Brood was groei en rijping nodig en diende zij de kerkruimte te verlaten. De sacramenten, Doopsel, Vormsel, Eucharistie, hebben een symbolische betekenis, die tegelijk een werkelijke presentie is. In het grote dankgebed horen wij aanstonds: “Verkondigen wij het mysterie van het geloof….”
“Mystagogie”, geen dagelijks gebruikt woord, betekent eigenlijk het aan het licht doen komen wat eigenlijk als een oergegeven van het leven in ons ligt! Het verlangen naar de ander, gemeenschap, maar ook naar de Onnoembare, iets of iemand die mij overstijgt. Zoals we wel eens horen zeggen: ik geloof wel dat er méér is!! Zóveel mensen zijn, wanneer je met hen in gesprek komt, op zoek naar een plek, een richting, naar kennis! Ik geloof wel dat er méér is: misschien is dat wat er gebeurt bij die gedenkwand in een kerk die eeuwen gebed ademt.
Een thuis vinden:
In het boek Spreuken hoorden we de woorden voorlezen: Kom en eet van mijn brood, drink van de wijn. Een uitnodiging om leven te ontvangen, om het leven echt te vieren. Zo zegt het ook Jezus aan de menigte, aan zijn leerlingen en aan ons, Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt… Taal waar de mensen geen raad mee wisten. Wij misschien ook niet. Maar doorheen al deze broodzondagen wordt gaandeweg duidelijk, en daalt het misschien ook in, wat Jezus’ woorden betekenen en waar héél de Bijbel ons toe uitnodigt: God in je leven toelaten, en “ja” durven zeggen; de naaste in je leven toelaten en “ja” durven zeggen, doen wat je kunt; en jezelf toestaan er te mogen zijn en dat mogen ervaren en die sprong durven wagen, als is het geloof nog klein als een mosterdzaadje. Oftewel wat Jezus het belangrijkste gebod noemt en waar Hijzelf uit leefde: God liefhebben en de naaste als jezelf. Dat is het brood delen in geven en ontvangen. delen met wie honger heeft, gevoed mogen worden door het Brood dat Christus met ons verbindt om steeds méér omgevormd te worden in wie wij ten diepste zijn. Zijn lichaam in deze wereld. Op de plaats waar wij leven.
Augustinus zegt : wie het manna, het brood ten leven eet, zal toch eens sterven. We het eucharistisch brood ten leven eet, zal toch eens sterven. Maar wie met de juiste geestelijke, gelovige instelling eet, zegt hij, voor haar, voor hem, is dat het Brood dat eeuwig even geeft. En zo ziet hij het voorgelezen Woord van God, dat tot ons komt en in ons wil wonen, als het Brood dat eeuwig leven geeft. Mens geworden, in ons midden.
Mogen wij aangeraakt, geraakt worden, door het Brood dat wij op onze hand ontvangen; door het Woord ten leven in onze oren en hart.
Ik onthoud u niet de tekst in die gedenkhoek in Breda. De laatste woorden ervan, mogen wij die ervaren in ons leven met elkaar, in ons bidden, in ons welkom aan allen die een plek zoeken om thuis te komen
“In de stilte kerven we
de namen van onze geliefden
opdat zij bij ons blijven
plaatsen we een altaar
in ons hart het aandenken
de klop van de levenslijn”
Maureen Ghazal