Woorden schieten vaak te kort. Als we iets ervaren waar het verstand niet bij kan. Als we dingen meemaken die te groots zijn voor woorden. Dan sta je met je mond vol tanden. Zo kunnen we het kerstverhaal, en zeker ook het driekoningenverhaal beschouwen als een verhaal dat ontstaat als mensen ervaren hoe belangrijk Jezus voor de hele mensheid is; niet alleen voor gewone mensen zoals herders, maar voor iedereen.
Maar dat verhaal verandert steeds, in de loop der tijden. Zo is er soms sprake van magiërs, van wijzen of van koningen. Die functies zijn er later aan toegevoegd om tegenhanger te zijn van koning Herodes. En ze kregen namen: Balthazar, Melchior en Casper, zodat ze dichter bij de mensen kwamen te staan. Ze kregen ook kleur: een witte koning, een bruine koning en een gele koning. Hierdoor werden de wijzen in een bepaald werelddeel geplaatst en wordt aangegeven dat Jezus heerst over heel de wereld.
En zo werden er in de loop der geschiedenis steeds kleine stukjes van het verhaal verlengd, veranderd, bijgesteld. Dat is meteen de kracht van zo’n verhaal. Het blijft niet hangen in de geschreven tekst; nee, ze gaan met de mensen, met de tijd en de culturen mee om steeds het verhaal bij de tijd te brengen.
En koning Herodes blijft dezelfde. De machthebber. De tiran. Hij is, in welk verhaal dan ook degene die angst heeft voor die nieuwe koning. Hij probeert zichzelf veilig te stellen door die zogenaamde kindermoord. Hij stuurt de koningen naar Jezus om hen in een hinderlaag te lokken. Hij gebruikt anderen, Schriftgeleerden en farizeeën om gelijk te krijgen.
En wij? Hoe zouden wij het verhaal van toen willen aanvullen tot een verhaal van nu? Zijn wij als Jozef en Maria, blij met dit kind? Zijn wij als de herders, wat naïef en onwetend? Als koning Horodes, uit op macht en bezit? Als de drie wijzen, doordacht en gedegen, openstaand naar de toekomst, zoekend en tastend door het leven gaand.
Als ik zo naar die laatste vragen kijk, de vragen van de drie wijzen, dan zie ik mensen die op zoek zijn naar de zin van hun bestaan. Ze gaan ter rade bij deze en gene, bij de wetenschap. En ze vragen: hoe doe jij dat nu, leven? Wat staat me nog te wachten, wat is de zin van ons bestaan? Waar zijn we naar op zoek? En ze vragen naar hoe om te gaan met anderen, mensen met een andere huidskleur, mensen met een andere culturele achtergrond, mensen uit het buitenland.
En dan zijn wij vaak geneigd om de antwoorden te geven, vanuit onze eigen idealen, vanuit ons eigen leven. Als een soort blauwdruk voor het leven. Maar daar vraagt de ander niet om. Die wil zien hou jij met jou idealen omgaat met het leven. Niet als blauwdruk maar als levend voorbeeld. Ze vragen niet naar de inhoud van verschillende verhalen. Ze hebben niet zoveel met allerlei mensen uit een heel ver verleden. Ze vragen wel naar mijn plaats in dat verhaal, naast die mens. En ze willen zien hoe dat gaat, in de praktijk. Pas daar waar wij authentiek zijn, kunnen we met mensen samen optrekken. Vanuit een geleefd geloof, en niet vanuit een vaststaand verhaal.
Terug naar het verhaal van de drie wijzen. Hoe zouden wij het verhaal aanvullen? Met een verhaal over asielzoekers, die na een lange en barre tocht, toch geen onderdak kunnen krijgen? Of met een verhaal over een boer die zijn bedrijf moet verkopen of moet omzetten? Of wellicht over kinderen die seksueel misbruikt werden, kinderen in de sportwereld, in de kerk, op scholen, in de tv-wereld? Of wellicht over een populistische politicus die het schreeuwend allemaal wel denkt te weten?
We lezen in dit verhaal over drie wijzen, maar ook in andere verhalen, ten diepste wat mensen ervaren in hun werkelijkheid en hoe ze met die ervaringen omgaan. Want daar gaat het om: hoe reageren mensen op ervaringen, hoe gaan ze om met ervaringen. In ons verhaal ervaren mensen wat Jezus betekent voor de mensen dichtbij en ver weg; niet alleen voor Israël maar voor de hele wereldbevolking. En dan komen we weer bij onszelf uit (waar anders): wat betekent Jezus voor ons? Wat betekent het dat wij de geboorte van Jezus keer op keer opnieuw vieren en beleven? En ook hier geldt: wanneer wij authentiek zijn en leven vanuit onszelf en niet vanuit een bepaald vaststaand geloof; dan kunnen wij omgaan met die ervaringen van alle tijden.
Woorden schieten vaak te kort. Als we iets ervaren waar het verstand niet bij kan. Als we dingen meemaken die te groots zijn voor woorden. Dan sta je met je mond vol tanden. En vragen: wat betekent Jezus voor ons hier en nu?